gnisse

Uit WikiWoordenboek


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • gnis·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Noorse werkwoord gni
Naar frequentie 75509
vervoeging
onbepaalde wijs gnisse
tegenwoordige tijd gnisser
verleden tijd gnissa
gnisset
voltooid
deelwoord
gnissa
gnisset
onvoltooid
deelwoord
gnissende
lijdende vorm gnisses
gebiedende wijs gniss
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

gnisse

  1. onovergankelijk: schuren, wrijven
  2. overgankelijk: knarsen, knerpen, knersen, kraken
    «Noen jenter gnisser ofte tenner.»
    Sommige meisjes knarsen vaak met de tanden.
  3. onovergankelijk: strubbelingen hebben
Vaste voorzetsels
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: gnisse med tennene / gnisse tennene
op de tanden knarsen



Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • gnis·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Nynorske werkwoord gni
vervoeging
onbepaalde wijs gnisse
gnissa
tegenwoordige tijd gnissar
verleden tijd gnissa
voltooid
deelwoord
gnissa
onvoltooid
deelwoord
gnissande
lijdende vorm gnissast
gebiedende wijs gniss
gnissa
gnisse
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking
Vaste voorzetsels

Werkwoord

gnisse

  1. onovergankelijk: schuren, wrijven
  2. overgankelijk: knarsen, knerpen, knersen, kraken
  3. onovergankelijk: strubbelingen hebben
Schrijfwijzen
Synoniemen

gnisse

  1. gebiedende wijs van gnissa
Schrijfwijzen

Werkwoord

gnisse

  1. gebiedende wijs van gnisse
Schrijfwijzen