gipsafval

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: afvalgips


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gips·af·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gipsafval -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het gipsafvalo

  1. (bouwkunde) hoofdzakelijk uit calciumsulfaat bestaand bouwafval, zoals resten van platen, blokken en pleisterwerk
     Gipsafval behoort tot bouw- en sloopafval. Het gipsafval (gipspoeder, gipsplaten, gipsblokken) moet vrij van grotere verontreinigingen zijn, want deze vermengen zich met het gipsmateriaal.[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 februari 2024 Weblink bron Gearchiveerde versie “Alles over gips” op rova.nl