ging aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ging aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aangaan |
ging aan
- enkelvoud verleden tijd van aangaan
- Ik ging aan.
- Jij ging aan.
- Hij, zij, het ging aan.
- Ik ging aan.
Gangbaarheid
- Het woord ging aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.