gezondsheidszorg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zonds·heids·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondsheidszorg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezondsheidszorgv / m

  1. (medisch) alles en iedereen die betrokken is bij het bevorderen van de gezondheid en het verzorgen van patiënten
     De Inspectie voor de Gezondsheidszorg gaat onderzoek doen naar orthodontisten die ingeschreven staan als tandarts.[1]
     Het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven was het eerste ziekenhuis in Nederland dat deze operatietechniek toepaste. Het organiseerde er in 2010 een internationaal congres over. Toch kreeg het van de Inspectie voor de Gezondsheidszorg geen vergunning, omdat het ziekenhuis te weinig ervaring met deze techniek zou hebben.[2]
     De eerste zaken die nu moeten worden aangepakt in Libië zijn het onderwijs en de gezondsheidszorg en het herstel van de infrastructuur, aldus de Nationale Overgangsraad die verder laat weten dat leden van de raad geen onderdeel worden van het nieuwe bewind van het land. Het regime van Kadhafi is uitgespeeld. Maar de kolonel en zijn aanhangers hebben zich nog niet overgeven.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Kritiek op 'truc' orthodontisten” (Woensdag 24 maart 2010, 11:04), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Speciale hartoperaties in 11 centra” (Dinsdag 8 februari 2011, 20:37), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Kadhafi en aanhangers geven zich niet over” (Vrijdag 2 september 2011, 08:10), NOS