gezichtverlies

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gezichtverlies    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·zicht·ver·lies

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gezicht zn  en  verlies zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gezichtverlies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gezichtverlies o

1. (figuurlijk) verlies van aanzien; verlies van de goede naam

   ▸ Het zou hem sterk verbazen als Rusland nu opeens op enige wijze aansprakelijkheid zou erkennen. "Dan zouden de Russen bijna vijf jaar hebben zitten liegen. Dat zou gezichtverlies betekenen." Rusland ontkent al jaren iets te maken te hebben met de vliegramp. Volgens de Russen zit Oekraïne achter het neerhalen van vlucht MH17.

   ▸ De openbaar aanklager las in de rechtbank in Paramaribo alsnog de aanklacht voor tegen Bouterse. Hij eiste 20 jaar gevangenisstraf. Het is gezichtverlies voor de huidige president, want Bouterse had de aanklager eerder via de minister van Justitie bevolen af te zien van het voorlezen van de aanklacht.

Gangbaarheid

• Het woord 'gezichtverlies' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.