geurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geurt

Werkwoord

vervoeging van
geuren

geurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geuren
    • Jij geurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geuren
    • Hij geurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van geuren
    • Geurt!