gemeenschapskunst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·meen·schaps·kunst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gemeenschap zn en kunst zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemeenschapskunst | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- kunst die in dienst staat van de gemeenschap; openbare kunst
- ▸ De gemeenschapskunst was decennialang de 'huisstijl' van de socialistische beweging.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gemeenschapskunst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen“Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504