geluidswand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geluidswand (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·luids·wand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geluidswand | geluidswanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geluidswand m
- muur die geluidshinder moet verminderen
- ▸ De dieplader van de landmacht raakte van de weg en belandde via de vangrail tegen de geluidswand. De chauffeur van de trekker met oplegger liep een hoofdwond op en is ter plekke behandeld.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord geluidswand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vrachtwagen van Defensie geladen met tank ramt geluidsscherm op A12” (Maandag 25 juli 2022, 18:00), NOS