geloofsbewustzijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·loofs·be·wust·zijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geloof zn en bewustzijn zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geloofsbewustzijn | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het geloofsbewustzijn o
- (religie) de mate waarin men zich actief bewust is van zijn religie; de mate waarin men zich actief bewust is van zijn plichten als gelovige
Gangbaarheid
- Het woord 'geloofsbewustzijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.