gedurfd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·durfd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: durven…
geen verbogen vorm

gedurfd

  1. voltooid deelwoord van durven
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gedurfd gedurfder gedurfdst
verbogen gedurfde gedurfdere gedurfdste
partitief gedurfds gedurfders -

Bijvoeglijk naamwoord

gedurfd

  1. moed verradend of vereisend
    • Zij kwam soms met de gedurfdste creaties op de proppen. 

Bijwoord

gedurfd

  1. op een wijze die moed vergt
    • Er werd die dag gedurfd gevoetbald. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be