geboortehuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

geboortehuis van Douwe Egberts in Joure
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·boor·te·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geboortehuis geboortehuizen
verkleinwoord geboortehuisje geboortehuisjes

Zelfstandig naamwoord

het geboortehuiso

    • De geboren en getogen Beltrumse verhuisde samen met haar een jaar oudere zus Marianne in 2010 naar het lokale verzorgingshuis De Hassinkhof. Ook in de nieuwe omgeving bleef ze haar zus tot diens dood dagelijks verzorgen, vertelt dochter Trees. Daarvoor woonden ze met zijn tweeën in hun geboortehuis aan de Mölleweg. Tot het niet meer ging. ,,Ze vindt het hier geweldig. In het begin zei ze dat ze het hier wel een hotel lijkt", zegt Trees. [2] 
    • Zijn geboortehuis aan de Grotestraat nabij de Reggebrug werd zwaar beschadigd door een geallieerd bombardement. Het gezin ging daarna ‘als Jozef en Maria op zoek naar de herberg’ en vond die op de deel van een boerderij in Lemelerveld. De bevrijding werd afgewacht in een huisje in Haarle, waar de Canadezen dwars doorheen schoten. [3] 
  1. instelling speciaal ingericht voor bevallingen
    • Zo'n zes jaar geleden kwam lachgas al terug in de verloskamers van het toen geopende Geboortehuis in Amsterdam. In ziekenhuizen werd het middel sinds 2004 niet meer gebruikt, omdat gedacht werd dat het schadelijk zou zijn voor het kind. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen