geblutst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·blutst
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: blutsen…
verbogen vorm: geblutste

geblutst

  1. voltooid deelwoord van blutsen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geblutst geblutster (geblutstst) *
verbogen geblutste geblutstere (geblutstste) *
partitief geblutsts geblutsters -

Bijvoeglijk naamwoord

geblutst

  1. ingedeukt, beschadigd
    • Na de onthullingen over de belastingfraude heeft de politicus een geblutst imago. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest geblutst(e)" worden gebruikt. [1] [2]

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be