frisbeeden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: frisbeeden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fris·bee·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
frisbeeën |
frisbeeden
- meervoud verleden tijd van frisbeeën
- Wij frisbeeden.
- Jullie frisbeeden.
- Zij frisbeeden.
- Wij frisbeeden.
Gangbaarheid
- Het woord frisbeeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.