frisbeeën
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fris·bee·en
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van frisbee
Werkwoord
frisbeeën [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
frisbeeën |
frisbeede |
gefrisbeed |
zwak -d | volledig |
- een platte plastic schijf naar elkaar overgooien als tijdverdrijf of als sport
- Frisbeeën heeft vanaf zondag een olympische status. De wereldbond WFDF meldde dat het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de sport de volledige erkenning heeft gegeven en dus kan de bond gaan proberen om de sport op de Olympische Spelen te krijgen. [2]
- Gisteren liep Sjors in een piratenpak met een fles wodka over de camping. Nu is hij in dezelfde uitdossing en met een blikje bier in zijn hand aan het frisbeeën. Als 'entertainer' scoor je namelijk punten en Sjors wil zijn koppositie in het klassement graag behouden. [3]
Gangbaarheid
- Het woord frisbeeën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frisbeeën" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 02-08-15 IOC geeft frisbeeën olympische status
- ↑ Tubantia Daan Sanders & Pim Bijl 18-08-15 Wie als laatste zijn bed opzoekt, scoort punten
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be