fractievoorzitster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frac·tie·voor·zit·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fractievoorzitster fractievoorzitsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fractievoorzitsterv

  1. (politiek) vrouwelijke leider van een fractie van een politieke partij in een volksvertegenwoordiging
     "In Nederland wordt vooral gekeken naar de strafmaat, maar we moeten ook kijken naar de kans op recidive", zegt de fractievoorzitster. Binnen welke termijn ze het project zou willen realiseren is niet bekend.[1]
     In de Tagesspiegel verklaart Renate Künast, fractievoorzitster van de Groenen: "Ik hoop dat Schavan zichzelf en de wetenschap een langdurige affaire bespaart en aftreedt".[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2023 Weblink bron “PvdA Zwolle wil studenten en criminelen laten samenwonen” (Vrijdag 11 december 2015, 20:52), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2023 Weblink bron
    Anne-Ruth Schussler
    “Duitsland in debat over plagiaat” (Woensdag 6 februari 2013, 16:50), NOS