fluitschip
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fluitschip (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fluit·schip
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vrachtschip’ voor het eerst aangetroffen in 1642 [1]
- samenstelling van fluit en schip [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fluitschip | fluitschepen |
verkleinwoord | fluitscheepje | fluitscheepjes |
Zelfstandig naamwoord
het fluitschip o
- een Hollands scheepstype uit de de 17e en 18e eeuw .
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'fluitschip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.