fietsgebied

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fiets·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsgebied fietsgebieden
verkleinwoord fietsgebiedje fietsgebiedjes

Zelfstandig naamwoord

het fietsgebiedo

  1. stuk land dat specifiek geschikt is gemaakt om te kunnen fietsen
     De Drentse gedeputeerde Henk Brink verwacht dat er op een vuilstort in Emmen ook een fietsgebied wordt ingericht. "Het zijn spontane keuzes, al die wielerrecreatie, maar het past wel goed om Drenthe als fietsprovincie op de kaart te zetten."[1]
     In de Chinese hoofdstad Peking is het Plein van de Hemelse Vrede ontruimd nadat een auto op de menigte op het plein was ingereden. De auto reed honderden meters over het voetgangers- en fietsgebied op het plein en crashte tegen een stenen brug die toegang verschaft tot de Verboden Stad. Er zouden vijf doden zijn.[2]
     De eerste sporen van kunde op fietsgebied zijn overigens al gevonden. Op de wielerbaan van Sloten trainen sinds kort Eritrese vluchtelingen op oude geleende fietsen. Hun mentor, Daniel Abraham, die zelf in 2000 naar Nederland vluchtte als gevolg van de oorlog tussen Eritrea en Ethiopië, is enthousiast. "Er zit talent bij hoor. Ze geloven het zelf nog niet, maar sommigen zouden zelfs prof kunnen worden, in de voetsporen van Tour de France-renners Merhawi Kudus en Daniel Teklehaimanot, die nog de bolletjestrui droeg."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Dance events of wielerwalhalla, ook de vuilstort wordt 'gerecycled'” (Vrijdag 19 oktober 2018, 14:18), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Vijf doden op Plein Hemelse Vrede” (Maandag 28 oktober 2013, 12:45), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2023 Weblink bron “Nederlanders beginnen wielerploeg voor vluchtelingen” (Zaterdag 19 september 2015, 07:55), NOS