familiecontact
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·mi·lie·con·tact
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie en contact
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familiecontact | familiecontacten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het familiecontact o #menselijke betrekkingen binnen de familie
- De familiecontacten beperkten zich tot verjaardagsfeesten en begrafenissen.
Gangbaarheid
- Het woord 'familiecontact' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.