experimenteerdrift

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pe·ri·men·teer·drift
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord experimenteerdrift experimenteerdriften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de experimenteerdriftv / m

  1. de zucht om nieuwe dingen uit te proberen
     Er kwam, vermengd met tederheid, een golf nooit eerder gekende experimenteerdrift over Ernst.[1]
     Zo moest Frank in gesprek met de man die hem zoveel schade had berokkend. Die dialoog leverde vooral machteloosheid op; de pleger deed de kwestie af als relatief onschuldige experimenteerdrift van twee kanten. En voor de ouderlingen was er naar eigen zeggen niets te 'bewijzen', zolang er geen bekentenis was en geen tweede getuige. Frank werd gevraagd te vergeven en vergeten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 maart 2022 Weblink bron “Misbruikrapport Jehovah's mogelijk openbaar, 'verandering is echt nodig'” (23-01-2020), NOS