evenwichtigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- even·wich·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van evenwichtig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evenwichtigheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de evenwichtigheid v
- het evenwichtig zijn
Verwante begrippen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord evenwichtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.