esparcette

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • es·par·cet·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord esparcette
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

esparcette [2]

  1. (bloemplanten) Onobrychis viciifolia op Wikispecies een vaste plant uit de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae op Wikispecies). Een bloeiende esparcette lijkt veel op lupine (Lupinus op Wikispecies). De plant komt in Nederland zowel gekweekt als verwilderd voor. In het zuiden van Europa is hij langs de weg of in droge graslanden te vinden. De esparcette wordt gekweekt voor de toepassing als veevoer en als groenbemester
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen