ervaringsdeskundigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·va·rings·des·kun·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ervaringsdeskundigheid ervaringsdeskundigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ervaringsdeskundigheidv

  1. kennis en kunde die is ontstaan door praktische uitvoering van een bepaalde handeling of doordat men iets heeft meegemaakt
     De vereniging kreeg dit voorjaar met onder meer het Trimbos Instituut een half miljoen euro overheidssubsidie. Daarmee worden een register en een beroepsstandaard ontwikkeld met aandacht voor zaken als integriteit en belangenafweging. Ook worden de verschillende opleidingen op elkaar afgestemd. "Nederland is het eerste land waar ervaringsdeskundigheid in de ggz wordt geprofessionaliseerd", zegt Boer.[1]
     "Ik kan er moeilijk tegen als iemand mij op een belerende manier iets uitlegt. Veel professionals doen dat zo", zegt hij. Maar ervaringsdeskundigheid is in zijn ogen anders. "Dat biedt meer vertrouwelijkheid en onderlinge herkenning."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 december 2022 Weblink bron
    Anna Mees
    “Ervaringsdeskundigen helpen vaker ggz-patiënten: 'In hetzelfde schuitje gezeten'” (Zondag 11 oktober 2020, 10:05), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 december 2022 Weblink bron “Meer ruimte bij ggz voor ervaringsdeskundigen, 'dat kan je sneller op weg helpen'” (Woensdag 11 september 2019, 20:46), NOS