erepoort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ere·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erepoort | erepoorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een poort die ter ere van een persoon of gebeurtenis is opgericht
- Ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van koningin Wilhelmina werd in 1923 in Vriezenveen uitbundig feest gevierd. De lange Dorpsstraat was helemaal versierd en er werden overal erepoorten opgericht. [2]
- Burgemeester Wowereit van Berlijn geeft een deel van de uitleg. Wowereit had de koningin eerder onder de Brandenburger Tor, de erepoort in het centrum van Berlijn, zullen begroeten. Vanwege de regen en de wind ziet de koningin er –begrijpelijk– van af. [3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord erepoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erepoort" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 03-10-06 Tweede prijs voor een fraaie erepoort
- ↑ Reformatorisch Dagblad 14-04-2011 Koningin exporteert op hoog niveau
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be