endocrien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·do·crien
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met inwendige afscheiding’ voor het eerst aangetroffen in 1927 [1]
  • afgeleid van het Griekse krinein (scheiden) met het voorvoegsel endo- [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen endocrien endocriener endocrienst
verbogen endocriene endocrienere endocrienste
partitief endocriens endocrieners -

Bijvoeglijk naamwoord

endocrien

  1. (medisch) met inwendige afscheiding in de bloedstroom, hormonaal
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen