elzenhaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- el·zen·haag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elzenhaag | elzenhagen |
verkleinwoord | elzenhaagje | elzenhaagjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) haag die bestaat uit dicht bij elkaar geplante elzen
Gangbaarheid
- Het woord 'elzenhaag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.