elektrofiets
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elek·tro·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elektrofiets | elektrofietsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (transport) fiets die gelijktijdig wordt aangedreven door pedalen en een elektomotor (wordt meestal "elektrische fiets" genoemd.)
- Zelfs de mountainbike is er nu ook als elektrofiets
Verwante begrippen
Vertalingen
1. elektrofiets
Gangbaarheid
- Het woord elektrofiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.