elasticiteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elas·ti·ci·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijnse 'elasticus' met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord elasticiteit elasticiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elasticiteitv

  1. (materiaalkunde) De bekwaamheid van een materiaal om terug te keren naar de originele staat na vervorming
  2. (economie) de mate waarin een grootheid als de vraag of het aanbod varieert bij verandering van de prijs of een andere grootheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be