eenzigschde

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • een·zigsch·de

Bijvoeglijk naamwoord

eenzigschde

  1. attributieve vorm nominatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van eenzig
    «Dwight D. Eisenhower waar der eenzigschde amerikaanische Bresident mit deitsche Voreldre. [1]»
    Dwight D. Eisenhower was de enige Amerikaanse president met Duitse voorouders.
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Nau loss mich yuscht eppes saage!
    En Blog uff Deitsch
    En deitsche Bresident!