easy

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ea·sy
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

easy

  1. niet moeilijk, waar weinig moeite en inspanning voor vereist is
     "Dus jij dacht kom, ik ga 's even lekker op easy." "Nou nee, ik heb er gewoon wat leisurekleertjes bijgenomen."[1]
     Ik deed nauwelijks moeite, want het was mij duidelijk dat het easy zou worden om haar mee te nemen.[2]
Vertaling ontbreekt, voeg deze alstublieft toe.
     Uiteindelijk willen we het je vooral zo easy mogelijk maken.[3]
     Zo ook voor de moeilijkheidsgraad! Lekker easy is 1 plusje en als het meer haakskills vereist, zijn het er 5.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Alle treitertrends” (2013), Uitgeverij De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9023479882, p. 294
  2. Bronlink Weblink bron
    Guido den Aantrekker
    “De kinderhater: roman” (2014), Singel Uitgeverijen, ISBN 9038898991, p. 85
  3. Bronlink Weblink bron
    Living the Green life
    “Easy Vegan: Lekker, werelds en at least once a week” (2018), VBK Media op Wikipedia, ISBN 9021572443, p. 12
  4. Bronlink Weblink bron
    Barbara Löhnen
    “Huiselijk haken met Club Geluk” (2018), Kosmos, ISBN 9043920126, p. 4

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van ease (zie voor de verdere etymologie aldaar) met het achtervoegsel -y.
stellend vergrotend overtreffend
easy easier easiest

Bijvoeglijk naamwoord

easy

  1. eenvoudig, gemakkelijk
  2. kalm, rustig
  3. ongedwongen
  4. inschikkelijk, meegaand
  5. welgesteld