duik na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duik na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
naduiken

duik na

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naduiken
    • Ik duik na. 
  2. gebiedende wijs van naduiken
    • Duik na! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naduiken
    • Duik je na?