dubbelrol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dub·bel·rol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel en rol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelrol | dubbelrollen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het hebben van twee rollen / het hebben van twee functies
- Anders wordt het als vraagtekens kunnen worden gezet bij de totstandkoming van de overeenkomst. Als aankoper en adviseur zat Keizer in een dubbelrol. Ook dit komt vaker voor. Optimale transparantie en een geobjectiveerd speelveld zijn het antwoord om het verwijt van belangenverstrengeling tegen te gaan. Volgens Keizer was dit het geval en kon hem dan ook niets worden verweten. Probleem is dat dit alleen zíjn kant van het verhaal is.[1]
- een spion die voor beide partijen tegelijk spioneert
Synoniemen
- [2] dubbelspion
- [1] twee petten op hebben
Gangbaarheid
- Het woord dubbelrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dubbelrol" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC 1 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be