drietonig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drie·to·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | drietonig |
verbogen | drietonige |
partitief | drietonigs |
Bijvoeglijk naamwoord
drietonig
- van iets dat deze drie geluidstonen kan voortbrengen
- ▸ Bij verdere controle zagen de agenten dat er een aantal dingen niet goed waren aan de auto. Zo was de voorruit geheel gebarsten, de claxon drietonig en de rem werkte bijna niet. Na overleg met de officier van justitie besloten de agenten om de auto in beslag te nemen. Daarnaast kreeg de hardleerse bestuurder opnieuw een bekeuring.[1]
- ▸ Wat was het hier ongelooflijk mooi. Keer op keer hoorde je het zuivere drietonige fluiten van wielewalen met daartussendoor pauzes, zodat de vochtige, als aan een fluitje ontlokte klank de hele omgeving doordrenkte.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. van iets dat deze drie geluidstonen kan voortbrengen
Gangbaarheid
- Het woord 'drietonig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hardleerse automobilist raakt twee auto's kwijt in twee weken tijd” (05-08-2017), Tubantia
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396