draaiden terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai·den te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugdraaien

draaiden terug

  1. meervoud verleden tijd van terugdraaien
    • Wij draaiden terug. 
    • Jullie draaiden terug. 
    • Zij draaiden terug. 


Gangbaarheid