doortrillen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·tril·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

doortrillen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doortrillen
trilde door
doorgetrild
zwak -d volledig
  1. [1] doorgaan met trillen

Werkwoord

doortrillen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doortrillen
doortrilde
doortrild
zwak -d volledig
  1. [2] als een trilling ergens doorheen gaan
     Zing en dans tezamen en wees blij, maar wees ieder alleen, zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia