doodaas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dood·aas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dood zn en aas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doodaas | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het doodaas o
- (visserij) dode vis die men gebruikt voor het vissen op roofvissen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doodaas" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be