dommelde weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dom·mel·de weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegdommelen

dommelde weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegdommelen
    • Ik dommelde weg. 
    • Jij dommelde weg. 
    • Hij, zij, het dommelde weg. 


Gangbaarheid