domkapittel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: domkapittel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dom·ka·pit·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | domkapittel | domkapittelen domkapittels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het domkapittel o
- (religie) het bestuur van de hoofdkerk van een bisdom
- ▸ Bijna 200.000 pagina's uit het middeleeuws archief van het Domkapittel, het bestuur van de Utrechtse kerk, zijn vanaf nu voor iedereen digitaal te raadplegen via Het Utrechts Archief.[2]
Gangbaarheid
- Het woord domkapittel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Kruip via oude archiefstukken in de haarvaten van een middeleeuwer” (Vrijdag 16 maart 2018, 21:44), NOS