dokterskliniek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dokterskliniek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dok·ters·kli·niek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dokter zn  en  kliniek zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dokterskliniek	doktersklinieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dokterskliniek v

1. (medisch) ruimte waarin een arts werkt

   ▸ Om de allerarmsten toch van medische zorg te voorzien staat in een buitenwijk van Washington DC een MobileMed-bus geparkeerd achter een lokale kerk. De witte bus is een reizende dokterskliniek.

   ▸ De spin wordt beschouwd als de gevaarlijkste ter wereld, omdat zijn gif binnen vijftien minuten al dodelijk kan zijn. Matthew vertrok met zijn familie naar de lokale dokterskliniek, maar die bleek dicht.

Synoniemen

• artsenpraktijk, dokterspraktijk, huisartsenpost

Gangbaarheid

• Het woord dokterskliniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.