directievoorzitter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: directievoorzitter (hulp, bestand)
- IPA: / diˈrɛksiˌvorzɪtər / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- di·rec·tie·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van directie zn en voorzitter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directievoorzitter | directievoorzitters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de directievoorzitter m
- (bedrijfskunde) bij bedrijven en organisaties met een meerhoofdig dagelijks bestuur de leider van dat bestuur
- ▸ Ze begon haar loopbaan als schaderegelaar bij NS en klom via diverse managementfuncties op tot directievoorzitter van NS Reizigers – toen nog een aparte divisie, nu onder de naam 'Operatie’ een geïntegreerd onderdeel van NS.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'directievoorzitter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Mark Duursma“Zij kan het old boys network doorbreken” (25 februari 2020) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bedrijfskunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal