directieassistente

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·rec·tie·as·sis·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord directieassistente directieassistentes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de directieassistentev

  1. (beroep) vrouw die de directie (administrafief) ondersteunt
     De vrouw werkte als directieassistente bij de ambtenarenvakbond ACOD en had toegang tot elektronische handtekeningen om betalingen te verrichten. Mogelijk gebruikte ze die autorisatie om bedragen naar zichzelf over te boeken. In totaal zou ze in vijf jaar tijd meer dan 400.000 euro hebben buitgemaakt, melden Belgische media.[1]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “'Secretaresse licht Belgische vakbond op voor tonnen'” (Vrijdag 22 maart 2019, 08:50), NOS