diensteneconomie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dien·sten·eco·no·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diensteneconomie diensteneconomieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diensteneconomiev

  1. geheel van bedrijvigheid waarbij de waarde ligt in de verrichte activiteiten zelf en niet in een tastbaar product
     China wil sinds enkele jaren de economie minder afhankelijk maken van de industrie en investeringen. De regering wil omschakelen naar een diensteneconomie waarbij consumentenuitgaven belangrijker worden. Om overcapaciteit te verkleinen, worden fabrieken gesloten. Premier Li zegt dat China doorgaat met deze hervormingen.[1]
     China blijft een zorgenkind. De groei daar is in jaren niet zo laag geweest, zelfs volgens de officiële cijfers. De op een na grootste economie ter wereld en het land met de meeste inwoners heeft de nodige moeite om de omslag te maken van een productie- en exporteconomie naar een consumptie- en diensteneconomie. De overheid probeert te sturen met ronddobberende vastgoed- en schuldenbubbels als gevolg.[2]
     Volgens Vrielink zouden alle bedrijven een variant van Stille Dinsdag moeten overwegen. „Ik weet het: de eerste reactie is vaak dat het in deze diensteneconomie helemaal niet kan. We moeten toch altijd bereikbaar zijn? Voor onze collega's? Onze klanten? Maar in de praktijk blijkt het niet zo lastig om je even af te melden, mits je maar aan collega's en klanten aangeeft wanneer je er dan wél bent.”[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Chinezen krijgen belofte van schone blauwe hemel” (Zondag 5 maart 2017, 02:44), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Beurzen en olie kruipen uit het dal” (Donderdag 26 mei 2016, 10:07), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron
    Eefje Oomen
    “Bedrijven experimenteren met 'Stille Dinsdag'” (05-04-2017), Tubantia