detailhandelsbedrijf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·tail·han·dels·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord detailhandelsbedrijf detailhandelsbedrijven
verkleinwoord detailhandelsbedrijfje detailhandelsbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het detailhandelsbedrijfo

  1. bedrijf dat goederen verkoopt aan eindgebruikers
     Investeringsmaatschappij Sun Capital kocht V&D in 2010 van detailhandelsbedrijf Maxeda. De Amerikanen hebben nog niet veel plezier van hun koop gehad. V&D heeft de afgelopen jaren alleen maar met verlies gedraaid.[1]
     De V&D-winkels komen in handen van Maxeda, een detailhandelsbedrijf waar onder meer de Praxis-winkels bij horen. De investeerders achter Maxeda verkopen V&D in 2010 aan Sun European Partners.[2]
     Maar het college van burgemeester en wethouders heeft tevens de bevoegdheid om af te wijken van deze regel in het bestemmingsplan. Dan moet het om het om een ‘volumineus detailhandelsbedrijf’ gaan. Een fietsenzaak valt volgens het college binnen deze categorie.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “V&D geeft Amerikaanse eigenaar de schuld” (Woensdag 23 december 2015, 10:54), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “V&D: van succesformule tot bijna failliet” (Zaterdag 31 januari 2015, 20:55), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Twinbike mag blijven” (04-09-2012), Tubantia