dekkel
Achterhoeks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekkel | dekkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dekkel
- deksel; een voorwerp om een hol open lichaam mee af te dekken
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekkel | dekkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dekkel
- deksel; een voorwerp om een hol open lichaam mee af te dekken
Schrijfwijzen
Synoniemen
Twents
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekkel | dekkels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dekkel
- deksel; een voorwerp om een hol open lichaam mee af te dekken