decoder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

decoder met smartcard
Uitspraak
Woordafbreking
  • de·co·der
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord decoder decoders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de decoderm

  1. (informatica) apparaat of softwarematige functie die een gecodeerd signaal omzet in een bruikbaar signaal
    • Het Amerikaanse tv-concern kocht vorig jaar de uitzendrechten van de live eredivisiewedstrijden, maar die blijven achter de decoder. NOS heeft tenminste komend seizoen nog de rechten voor het uitzenden van de samenvattingen van de eredivisie in het weekend zelf.[1] 
    • Het EK en WK voetbal mogen niet achter de decoder verdwijnen zolang de lidstaten van de Europese Unie dit onwenselijk achten. Dat heeft het Gerecht van de Europese Unie, onderdeel van het Hof van Justitie van de EU, vanmorgen bepaald. Wereldvoetbalbond FIFA en de Europese bond UEFA wilden de vrijheid om de toernooien aan te bieden aan de hoogste bieder, maar het Europese Hof ondersteunt het argument van de Europese Commissie dat toernooien van ‘nationaal belang’ niet achter de decoder mogen verdwijnen.[2]  
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 26 juli 2013
  2. NRC Bart Hinke 17 februari 2011
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be