cybersabotage

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·sa·bo·ta·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cybersabotage -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de cybersabotagev

  1. (internet) inbreken op computers en netwerken om belangrijke werkzaamheden te verstoren
     Cybersabotage is aan de orde van de dag. Denk aan Rusland dat in 2007 het internet in Estland platlegde, of aan de worm Stuxnet die door Israël en de Verenigde Staten op Iran werd afgestuurd. En vergeet ook niet de DigiNotar-affaire in Nederland, die zijn wortels in Iran had.[1]
     Wel biedt internet nieuwe mogelijkheden, die inhouden dat bijvoorbeeld cybersabotage zeer verstrekkende gevolgen kan hebben.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 april 2021 Weblink bron
    Beatrice de Graaf
    “Digitaal Pearl Harbor?” (8 maart 2014) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 april 2021 Weblink bron
    Rick van der Ploeg & Chris Veenemans (eds.)
    “De invloed van ICT op maatschappij en overheid: naïef vooruitgangsgeloof of harde werkelijkheid?” (2001), Amsterdam University Press op Wikipedia, ISBN 9789053565360, p. 4