crisisopname
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cri·sis·op·na·me
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van crisis en opname
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | crisisopname | crisisopnamen crisisopnames |
verkleinwoord | crisisopnametje | crisisopnametjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) opname in een kliniek of ziekenhuis bij acute nood
Gangbaarheid
- Het woord 'crisisopname' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.