contactopname

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tact·op·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contactopname contactopnamen
contactopnames
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contactopnamev / m

  1. de keer dat men met iets of iemand contact opneemt
     Om een nieuwe ongecontroleerde uitbraak te vermijden, hebben de overheden een nieuwe vorm van contactopvolging opgericht. 'Die maakt het mogelijk contacten op te sporen van mensen die in contact zijn geweest met een drager van het virus. Deze contactopname gebeurt enkel per telefoon of sms, via de nummers 02 214 19 19 of 8811 voor sms.'[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    mg, jca
    “'Nieuwe teststrategie brengt hoger aantal besmettingen in kaart': 368 nieuwe besmettingen, 62 doden” (11/05/2020), De Standaard