combinatiepil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·bi·na·tie·pil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord combinatiepil combinatiepillen
verkleinwoord combinatiepilletje combinatiepilletjes

Zelfstandig naamwoord

de combinatiepilv / m

  1. (farmacologie) tablet waarin twee of meer werkzame stoffen zitten
     Wie elke dag een combinatiepil slikt waarin cholesterolverlagende en bloeddrukverlagende middelen zitten en ook nog aspirine, heeft veel minder kans op hart- en vaatziekten. Dat heeft een onderzoek in Iran aangetoond onder gezonde 50-plussers.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen