chianti

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chi·an·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘droge wijnsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • van Italiaans chianti naar het herkomstgebied Chianti in Italië [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord chianti chianti's
verkleinwoord chiantietje chiantietjes

Zelfstandig naamwoord

de chiantim

  1. (drinken) een rode wijn uit een gelijknamig wijnbouwgebied in Toscane, Italië
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • chi·an·ti
enkelvoud meervoud
chianti chiantis

Zelfstandig naamwoord

chianti m

  1. (drinken) chianti
Synoniemen

Verwijzingen