check uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- check uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitchecken |
check (…) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken
- Ik check uit.
- gebiedende wijs van uitchecken
- Check uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken
- Check je uit?
Gangbaarheid
- Het woord check uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.